A.F.A.M. Wetzer, 18 april 2010
Verwonderlijk is het natuurlijk niet dat, vooral in de eerste naoorlogse bebouwing van 's-Hertogenbosch, een en ander nogal eens toegeschreven wordt aan 'de Bossche School'. Maar niet alles en iedereen is even zuiver in de leer. Eens te meer mag de woning Zuiderparkweg 105, puur Bossche School, welhaast als het prototype worden gezien. De familie Van Munster bewoont momenteel het pand Zuiderparkweg 105. Vijf jaar geleden kochten zij het van K. Vaessen, accountant, die de woning in de jaren 1969-'70 liet bouwen. De bouw had heel wat voeten in de aarde, want - lacht mevrouw J. Vaessen nu nog -, 'er moest veel grondwerk worden verzet. De Bossche School bouwt immers op nogal stevig fundament'. Architect Nico van der Laan was, broer van de Benedictijner monnik Dom van der Laan, de Bossche School zeer toegedaan. Dom van der Laan, grondlegger van de Bossche School, was ook nog wiskundige, haast Moniek van Munster daaraan toe te voegen. 'Dat laatste is relevant. Daarom heeft hij zo met maten gestoeid.' Het kenmerk van de Bossche school is immers de maatvoering. Het zogeheten 'plastisch getal' is heilig. | 54 |
De woning Zuiderparkweg 105 zoals die onder de vlag van het indertijd te Rosmalen gevestigde architectenbureau Van der Laan, Hansen en Van Hal werd gerealiseerd, is een van de weinige gebouwen in onze stad die puur in Bossche-Schoolstijl is gebouwd. Moniek van Munster, die als dochter van een architect vijf jaar geleden onmiddellijk verliefd was op dit prototype van de Bossche School is onverbiddelijk: 'Het klinkt misschien wat aanmatigend, maar het is een misverstand dat nogal wat panden worden toegeschreven aan de Bossche School. Ze zijn dat vaak niet of dragen hoogstens elementen van deze bouwstijl in zich.'OnthechtingEén van de kenmerken van de Bossche School is eenvoud, hetgeen vanuit de levenssfeer van een monnik natuurlijk niet zo verwonderlijk is. Mevr. Vaessen licht toe: 'Kerken kunnen imponeren door hun schoonheid, door de rijkdom van hun versieringen. Dom van der Laan laat zien dat kerken die deze opsmuk niet hebben toch tot de verbeelding spreken.' In de jaren aan de Zuiderparkweg heeft mevrouw Vaessen dit verband zelf ervaren: het wonen in een Bossche-Schoolhuis leidt tot een zekere onthechting.Moniek van Munster ervoer de eenvoud toen ze vijf jaar geleden in de woning aan de Zuiderparkweg kwam kijken. 'Toen ik binnenkwam kreeg ik onmiddellijk een gevoel van: wat een rust gaat hier vanuit. En tegelijk dacht ik: wat een evenwicht. Als men vraagt: wat maakt 't nu mooi, dan zijn het toch de maten, de verhoudingen, die op een bepaalde, natuurlijke en evenwichtige manier tot de verbeelding spreken. Enerzijds imponeert de eenvoud: dat er met zo weinig zó veel van uitgaat. Het heeft echter tegelijk iets majestueus.' Kenmerkend is dan ook het materiaalgebruik, dat sober is, evenals trouwens de kleurtoepassing. Zo zelfs dat de Bossche School een beetje de naam heeft grijs en grauw te zijn. De ervaring bij de laatste schilderbeurt leerde anders. Moniek van Munster: 'Dit huis schilderen is niet zomaar een kwestie van een pot verf. Er komen zelfs felle kleuren als rood, geel en groen aan te pas om het juiste mengsel samen te stellen.' Daaraan gaat een hele studie van de Vughtse kleurenadviseur - beter gezegd: polychromeur - Wim van Hoof vooraf. Getal 3Bij het bepalen van de kleur speelt ook de lichtval een voorname rol. De lichtval is veelal zelfs bepalend voor de kleur die je ziet, afhankelijk van het weer, het moment van de dag, enz. En dat levert een indrukwekkend kleurenspectrum op. 'Je hebt blauw, blauwgrijs, bruingrijs, grijsgroen, bruinbeige. Noem maar op, het is niet één kleur.' Het zijn geen uitbundige kleuren, maar ze versterken de rust die het bouwwerk uitstraalt. In de ogen van mevr. Vaessen is het dan ook 'een kleur die bestorven is'. Waarop Moniek van Munster reageert: 'Leuk om dat bestorven te noemen. Ik zou het eerder levendig noemen, doordat de kleur per dag een andere uitstraling, een ander effect heeft, afhankelijk van de lichtval.' Beiden zijn het er in ieder geval over eens dat architect en polychromeur een ideaal duo vormden. 'Ze hebben elkaar in bouw en kleur perfect aangevoeld.' Voor de inrichting van zo'n huis misschien wel makkelijk. 'Hier passen alle kleuren bij .'Qua inrichting valt in 't bijzonder de eethoek op, die eveneens afkomstig blijkt uit de Bossche School. Dom van der Laan heeft namelijk, in dezelfde maat en vorm van de Bossche School, een eigen meubellijn ontwikkeld. De tafel wordt aan de ene zijde geflankeerd door drie fraaie stoelen, aan de andere zijde door een bank. Deze eethoek is een aanwinst die de familie van Munster aan de woning heeft toegevoegd. De keukenkast die eveneens het predikaat Bossche School draagt, is een geschenk van de architect aan de familie Vaessen en derhalve - hoewel geen vaste kast - vanaf het begin in 1970 onlosmakelijk met het huis verbonden. Typisch detail, vermeldt Moniek van Munster: 'Het principe van de Bossche School is erg gebaseerd op getallen. Met name het getal 3. Iedere plank telt bijvoorbeeld drie nagels. Dat vindt je ook in de stoelen terug.' Pater op nonHet huis Zuiderparkweg 105 imponeert strak en massief. Het metselwerk is heel grof. Zo zelfs dat het door de leek wel voor 'slordig afgewerkt wordt gehouden. In werkelijkheid is het heel natuurlijk; lijkt het met de hand gemaakt. Rond de brede toegangspartij valt de ingewerkte lijst op, die op het eerste gezicht rechthoekig lijkt maar dat bij nader inzien net niet is. De lichtgebogen onderkant van de lijst komt boven de ramen terug. De dakrand is afgewerkt met opengezaagde gresbuizen. Ingenieus zijn de hoekconstructies die nodig waren om ronde en vlakke vormen met elkaar te verbinden, aardig genoeg de pater-op-non-constructie genoemd.Imposant is ook het interieur, te beginnen met een heel royaal bemeten hal. Rechts daarvan bevindt zich de grote woonkamer, links de keuken. Daarachter loopt een galerij, die reminiscenties oproept aan een kloostergang. Deze staat in open verbinding met de woonkamer, maar houdt tegelijk door het iets verlaagde plafond z'n eigen natuurlijke maat. De vloer is van prachtige serpentinotegels, een groenige marmersoort die vaak voor leisteen wordt gehouden. De groeven, afwisselend breed en smal, weerspiegelen het patroon van maten en verhoudingen. Ook in de tuin - kruidenperken met grind daar omheen - gaan de maten van het huis door. Links achter het huis is een uitbouw, die in de oorspronkelijke opzet kinderkamer heette, maar intussen is uitge- | 55 |
breid met twee achterliggende (werk)kamers. Deze uitbreiding, door de familie Van Munster, is weer een verhaal op zich. 'In z'n ontwerpen speelde Van der Laan als het ware met blokjes. Voor de uitbouw werden verschillende blokjes gemaakt, stuk voor stuk verschillend van vorm, maar allemaal in de juiste verhouding tot het geheel. Welk blokje je ook aanlegt, het vormt één geheel met de rest van het huis. Uiteindelijk hebben we gekozen voor het eenvoudigste blokje.' Welhaast rechttoe rechtaan. Een zogenaamde 'luie trap' - minder steil en daardoor gemakkelijk begaanbaar - voert naar boven, waar aan de achterzijde opnieuw een gang, met aan de ene kant de ouderslaapkamer en aan de andere kant de 'slaapzaal' die zo'n vijfenhalf bij zowat zes meter meet. Tussen deze twee uitersten twee slaapkamertjes die zo klein zijn dat kloostercellen hiervoor model lijken te hebben gestaan. De badkamer kon zelfs nog wat smaller toe. Als tussenvloer van de woning dienen nu eens niet de gewoonlijke betonelementen maar een zandlaag. Tussen twee houten vloeren bevindt zich, afgedekt met plastic, een laag zand, dat een geweldig isolatiemiddel is gebleken. 'Het is warm en dempt bovendien het geluid', heeft de ervaring geleerd. CommuniteitWoorden als 'sober' en zelfs 'onthechting' zijn hier geen holle leuzen. 'Hier past geen uitbundige leefwijze, die zich uit in veel krullen en tierelantijnen aan de muur en zo. De gedachte die hier achter zit is, dat de mens het belangrijkste element in huis is. De mens moet zich hier goed kunnen voelen, onafhankelijk van enige opsmuk.' Mevr. Vaessen koestert dezelfde herinnering: 'Hier is de mens echt het sieraad. Hier kan men zichzelf zijn.' Mede door de massieve buitenkant ook 'een beetje afgesloten van de drukte van de stad'.Een en ander weet zich vertaald in de opzet van het huis, beneden met honderd vierkante meter leefruimte uitermate comfortabel, en boven een slaapverdieping waar het hier en daar behelpen is. Moniek van Munster omhelst dit principe, dat onwillekeurig weer de kloostergedachte oproept. 'Beneden leef je. Daar heb je communiteit met elkaar. Boven is alleen maar de nodige ruimte om te slapen.' Misschien zegt dit wel alles: 'Het gekke is, dat ik hier telkens opnieuw thuiskom.' | 56 |
bouwjaar: 1970
| 323 |
2001 | Van Munster |
J.M.M. (Jan) van der Vaart, Inventarisatie Zuid (2008) 323-324